Uitspraak: thuiswerken geen recht tijdens corona
Eergisteren was er een kort geding over thuiswerken. De werkneemster verwees naar de persconferentie van onze premier waarin gezegd werd dat thuiswerken in ieder geval t/m september het uitgangspunt is en gaf aan dat de werkgever in strijd handelt met goed werkgeverschap door haar op kantoor te laten werken.
Een kort geding is een voorlopige uitspraak, een soort spoeduitspraak, in aanloop naar de “definitieve” rechtszaak. Niet iedere zaak kan in kort geding behandeld worden. Dat oordeelde de rechter ook in dit geval: de vraag over de wijziging van de arbeidsplaats brengt namelijk een flinke verandering teweeg in de arbeidsverhouding en dat hoort thuis in de “definitieve” rechtszaken.
De kantonrechter liet zich wel inhoudelijk uit over de zaak en gaf aan dat niet aannemelijk is dat de verplichtingen die voortvloeien uit goed werkgeverschap en/of een zorgplicht niet is nageleefd. Er waren passende maatregelen getroffen op kantoor. Het zeer algemeen geformuleerde overheidsadvies over zoveel mogelijk thuis werken grijpt niet zo ver in op deze specifieke rechtsverhouding dat werkneemster daaruit een ‘recht op thuis werken’ kan putten.
Nieuwsgierig naar de volledige uitspraak? Deze is te vinden via: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBGEL:2020:2954